De virtuele wereld
Zittend in de drukke metro in Londen kijk ik naar de rij forenzen die
zich tegenover mij bevinden. Het lijkt wel of iedereen in trance is.
Terwijl ze gebiologeerd naar hun ‘smart telefoons’ staren gaan hun
duimen vakkundig over het toetsenbord. Een man heeft oordopjes in en met
zijn vrije hand eet hij chips uit een zak. Ik wil een conversatie
voeren met een vriend die links van mij zit, maar aan mijn rechterkant
praat iemand heel hard in zijn mobiele telefoon. ‘Hallo, ik ben het’,
zegt hij, ‘ik zit in de metro!’ Ik tik hem op de schouder en vraag
beleefd of hij het erg zou vinden wat zachter te spreken. Hij lijkt
mij niet te horen. Sterker nog, hij lijkt mij niet eens te zien. Hij
gaat over op schreeuwen.
Kort daarop verlaat ik de metro en terwijl ik door Oxford Street loop
hoor ik een vriendelijke stem achter me roepen, 'Hallo, hoe gaat het?'
Ik draai me al lachend om naar de spreker zodat ik hem ook kan
begroeten, totdat ik zie dat hij praat in zijn mobiele telefoon. Ik weet
niet of ik er nog langer tegen kan.
Wat gebeurt hier? Iedereen wil liever ergens anders zijn dan waar ze
zich bevinden. De virtuele wereld is aantrekkelijker dan de realiteit.
Overdag zitten we in een kantoortoren te staren naar een beeldscherm,
om daarna in een auto naar huis te rijden, kijkend naar de wereld door
het scherm van de autoruit. Thuisgekomen schakelen we onszelf ‘uit’ en
gapen glazig naar een tv-scherm. Facebook heeft Oculus VR overgenomen,
het bedrijf dat de virtual reality-bril Oculus Rift heeft ontwikkeld.
Voortaan kunnen we de dimensionele wereld bekijken via twee schermen,
één voor ieder oog.
We schermen ons van de realiteit af.
We bekijken een quiz op tv, 'entertainment', waarin van het onthouden
van betekenisloze 'feiten' een deugd wordt gemaakt. Of we kijken naar
een populaire soap. We turen naar denkbeeldige mensen in fictieve
scenario’s; meestal gekenmerkt door veel conflicten tussen de seksen,
gesmeerd met opvallend veel alcoholgebruik. Dramatische series en films
op tv bestaan uit met moord, verkrachting en geweld. Niet zoals de echte
moorden, verkrachtingen en vormen van geweld, die daadwerkelijk
plaatsvinden in de verschillende oorlogen in de wereld; oorlogen die de
natuurlijke valuta zijn van machtselites en bedrijven, begerig naar de
middelen van anderen. Van dat alles worden we goed afgeschermd.
In huis wordt ‘entertainment’ afgewisseld met 'nieuwsbulletins’, over
vervelende zaken die voornamelijk anderen betreffen. Subliminale
boodschappen komen tot ons over exploderende kerncentrales, over
politici van 'grote mogendheden' die dobbelen met de mogelijkheid van
een wereldwijde nucleaire oorlog, of wetenschappers die waarschuwen voor
de grote naderende onomkeerbare rush van klimaatverandering.
Onze aandacht wordt daarna weer gemakkelijk afgeleid door eindeloze
speculaties over een beroemde BN-er, een nationale ramp of de
prijsverhoging van bier of benzine. Nieuws wordt zorgvuldig afgestemd om
ons gevoel van comfort niet al teveel te verstoren. Al die misvormde
baby's uit Irak zullen gelukkig niet eindigen in onze ziekenhuizen.
Rellen in de straten? We hoeven ons geen zorgen te maken, gewoon een
paar ontevreden misdadigers, die snel door de handhavers van de openbare
orde zullen worden opgepakt.
Tegelijkertijd wordt de onverbiddelijke cyclus van 'werken – geld
verdienen - kopen – verveeld raken of weggooien – meer kopen – meer
werken' voortdurend gevoed door de enorme inventieve en
alomtegenwoordige industrie die is gewijd aan de vervaardiging van
afgunst en ontevredenheid.
Dacht je echt dat je geen last van stinkvoeten had? En hoe zit dat met die geur onder de oksels?
Weet je niet dat je lippen constant vocht inbrengende middelen nodig
hebben om soepel te blijven? Is je auto echt groot genoeg voor al jouw
behoeften? Wat denken je buren ervan? Weet je zeker dat je in de
laatste mode rondloopt? Je kinderen slaan een modderfiguur op school als
ze niet de nieuwste videogame hebben. Dat wil je toch niet op je
geweten hebben?
De westerse wereld is rijker dan elke samenleving in de
wereldgeschiedenis en toch zijn er in Engeland nu 3,5 miljoen kinderen
die in armoede opgroeien. Dat is 27% van de kinderen[1]. In de VS zijn
er 100 miljoen mensen die onder de armoedegrens leven [2]. Dat is meer
dan 30% van de bevolking. Die oorlogen en vliegdekschepen zijn nu
eenmaal niet goedkoop; iemand moet deze betalen.
Er is een ander type afscherming waarmee we elke dag te maken hebben;
een onzichtbaar maar zeer reëel scherm. Wij bevinden ons aan een kant
van dit scherm; de machtselite (corporaties en politici) aan de andere
kant. De media is het (eenrichting) filter die ons ervan weerhoudt te
zien wat er werkelijk aan de andere kant gebeurt. Aan beide kanten van
dit scherm gelden verschillende regels. Zelfs de taal is anders.
Aan onze kant van dit onzichtbare scherm wordt zelf geld drukken
‘vals geld’ genoemd en wij worden hiervoor naar de gevangenis gestuurd.
Aan de andere kant krijgt het benamingen als 'kwantitatieve
versoepeling' of ‘balansexpansie’ en de schuldigen worden voor 'het
redden van de economie' geprezen.
Als wij mensen handelen in wapens wordt het wapensmokkelen genoemd,
aan de andere kant wordt gesproken over het creëren van banen en het
helpen van de export industrie [3]. Oké, het is werk, mensen doden. Maar
het zijn niet onze mensen die worden vermoord. Het zijn 'onmensen'
zoals in het boek van Mark Curtis wordt beschreven [4].
Als wij een persoon onder water houden, totdat hij op het punt staat
te verdrinken, wordt het terecht martelen genoemd. Aan de andere kant
van het onzichtbare scherm wordt het een 'verbeterde
ondervragingstechniek' genoemd. Wanneer wij een oorlog zouden beginnen
heet het een misdadige daad van agressie. Door de mensen aan de ander
kant van het scherm ‘humanitaire hulp’.
Als een ondernemer aan onze kant van het scherm door hebzucht en
incompetentie zijn eigen bedrijf ruïneert wordt hij 'failliet' verklaard
en verliest alles. Aan de andere kant van het scherm worden miljarden
euro’s aan noodsteun weggegeven, geld dat door ‘ons’ is opgebracht en de
daders krijgen bonussen van miljoenen toe.
Elektronische zaken
We spenderen steeds meer tijd in cyberspace. De overname door
elektronische/machineachtige processen gaat snel. Niet noodzakelijk in
ons voordeel, trouwens. Aan onze kant van het scherm hebben daardoor
miljoenen mensen te maken gekregen met werkeloosheid. Mensen worden
vervangen door machines in het belang van de 'efficiency' (lees: hogere
winsten).
Consumenten krijgen zo langzamerhand steeds meer te maken met
machines en computers. Het aantal caissières in de supermarkt neemt
gestadig af. Nu kun je nog kiezen voor een machine of een mens. Ze
noemen het 'zelfservice’. Hoe lang duurt het nog voordat het allemaal
machine-service is geworden en dat niet alleen in supermarkten? Panden
in winkelstraten zijn verlaten, traditionele winkels worden vervangen
door online web shops, waar machines goederen sorteren en opslaan, de
bestellingen opnemen en leveringen regelen.
In de autoproductie zijn de computergestuurde processen steeds
verfijnder en all inclusive geworden. CNC-machines zijn computer
numeriek gestuurd. Door het gebruik van CNC machines wordt alles sterk
geautomatiseerd. Dit heet end-to-end component design. Evenals computer
aided design (CAD) is er computerondersteunde fabricage (CAM). Deze
computersystemen worden gebruikt om werktuigmachines te sturen in het
aanmaken, wijzigen, analyseren of optimaliseren van een ontwerp en
vervolgens naar dat ontwerp te bouwen.
Gereedschappen waren traditioneel instrumenten, gebruikt door mensen,
maar steeds vaker zijn werktuigen instrumenten voor andere machines.
Een fabriek wordt een grote super machine. Het aantal werknemers dat
nodig is slinkt meer en meer.
In de agro-industrie is de ontwikkeling net zo. Elektronisch
bestuurde machines cultiveren, planten, oogsten en sorteren groenten en
fruit. Ook in de bouw en architectuur is de input van computers en
elektronisch bestuurde machines steeds groter.
In een artikel uit 2014 in The Economist staat dat bijna de helft van
alle banen binnen 20 jaar door machines zullen zijn overgenomen [5].
Oorlog voeren wordt geprivatiseerd. Met behulp van elektronica is het
binnenkort ook geautomatiseerd. Het gebruik van drones is het eerste
grote gebruik van automatische wapens. Automatisering is populair bij de
politici die verantwoordelijk zijn voor het starten van oorlogen.
Automatische wapens minimaliseren het aantal dodelijke slachtoffers
onder de eigen partijen.
In de moderne oorlogsvoering worden al veel meer burgers dan
strijd
ers gedood. In de Irak-oorlog werden ongeveer 26 burgers gedood
voor elke Amerikaanse en Coalitie soldaat[6]. Naarmate meer en meer
wapens worden geautomatiseerd kunnen strijders risicoloos vanuit
kantoren en bunkers opereren, duizenden mijlen af van het strijdtoneel.
We lijken af te stevenen op een tijd waarin in een oorlog zo ongeveer
de enige sterfgevallen burgers zullen zijn.
Het meest angstaanjagend
Elektronische apparaten en de bijbehorende machines kunnen meer dan
de mens. Zij kunnen delen van het elektromagnetisch spectrum 'zien'
waarvan wij ons totaal niet bewust zijn. Ze kunnen vanuit de ruimte naar
beneden kijken en vastleggen wat ze zien. Ze kunnen miljarden
berekeningen per seconde uitvoeren en grote hoeveelheden gegevens super
snel analyseren.
We maken gebruik van deze elektronische vaardigheden om taken uit te
voeren die we niet zelf kunnen, zoals bewaking en beheersing van de
gevaarlijkste energiebron die de mens ooit heeft bedacht. Helaas, horen
elektronische controles niet tot die taak, zoals we weten door de rampen
met Three Mile Island, Tsjernobyl en Fukushima.
Meest angstaanjagend van alles is het gebruik van elektronische
waarschuwingssystemen om ons te laten weten wanneer een ander land een
arsenaal aan nucleaire wapens heeft gelanceerd. Deze systemen zijn niet
full-proof en ook niet waterdicht. Ze hebben ons ten onrechte
gewaarschuwd. Het beroemdste bijna-Armageddon 'incident' was op 26
september 1983, toen Stanislav Petrov [7], luitenant-kolonel van de
Sovjet-Air Defence Force, de officier van dienst was bij het Oko
waarschuwing commandocentrum voor nucleaire systemen.
Petrov hield de schermen nauwlettend in de gaten toen hij plots vijf
rode stipjes zag. De vijf stipjes staan voor vijf nucleaire raketten.
Petrov twijfelt, ook al is zijn opdracht duidelijk: meld een aanval
direct. Terwijl Petrov de raketten op zich af ziet komen, gaat er van
alles door hem heen. Zijn waarschuwingssysteem is niet helemaal te
vertrouwen, de radars op de grond zien de raketten nog niet en
natuurlijk die belangrijkste vraag: moet hij zijn leidinggevenden
waarschuwen of niet?
Uiteindelijk doet Petrov het niet. Hij meldt niet dat er raketten
zijn gelanceerd, maar hij meldt dat er sprake is van een vals alarm, ook
al kan hij dat op dat moment niet met zekerheid concluderen. Zijn
inschatting blijkt achteraf juist: het waarschuwingssysteem was
incorrect. Petrov kan het navertellen en de Russen houden hun nucleaire
wapens op zak. “Ik weigerde schuldig te zijn aan het starten van de
Derde Wereldoorlog,” zo vertelde Petrov later. “Als ik de verkeerde
beslissing zou nemen, zouden heel veel mensen sterven”.
Hoewel niemand precies kan vertellen wat er was gebeurd als Petrov
wel melding had gemaakt van de stippen op zijn scherm, zijn de meeste
experts het er wel over eens dat Petrov ons met zijn acties een Derde
Wereldoorlog heeft bespaard. Want als Petrov zijn superieuren had
gewaarschuwd, hadden die volgens experts niet getwijfeld, maar direct de
Russische nucleaire wapens ingezet. Onderzoek suggereert dat het
Russische waarschuwingssysteem zonlicht dat door wolken op grote hoogte
weerkaatst werd, onterecht voor een lancering aanzag.
Het verhaal van Petrov verdween in de doofpot. Simpelweg omdat het verhaal ging over een Russisch systeem dat faalde.
Hij werd later wel geëerd bij de Verenigde Naties als ‘de man die de
wereld redde’. Zijn superieuren verlaagden hem in rang. Hij had niet
gedaan wat zijn opdracht was.
Zelfs als het waarschuwingssysteem correct was geweest, zouden de
raketten met meer dan 15 duizend mijl per uur dichterbij zijn gekomen.
Ontvangers hebben slechts enkele minuten om te beslissen wat ze moeten
doen. Mensen hebben een elektronisch systeem opgezet dat met
lichtsnelheid mogelijkheden kan bepalen, maar dat supersnelle systeem is
gekoppeld aan de relatief slakachtige mens. Het resultaat zou een
nucleaire holocaust kunnen zijn.
Het is niet mogelijk om op tijd te controleren of een waarschuwing
correct is of niet. Het gebeurt allemaal te snel. Maar zelfs als het
mogelijk zou zijn en de aanval wordt bevestigd, zou een weldenkend mens
dan op de knop drukken om de tweede helft van de mensheid te
vernietigen? Er zijn nu ongeveer tweeduizend kernwapens, veel
destructiever dan de bom op Hiroshima. Er hoeft alleen maar op een knop
gedrukt te worden.
Tot slot moeten we ons afvragen of de mensen die verantwoordelijk
zijn voor het opzetten van zo'n nachtmerrie scenario getikt zijn of
niet.
Het kan verstandig zijn om onze hoofden uit cyberspace te halen en
een goede blik op onze leiders te werpen. Welke beslissingen maken zij
voor ons? Zij hebben de beschikking over veilige nucleaire bunkers - wij
niet.
Door Jim McCluskey, © 2014 Global Research, 7 juli 2014
Bron: http://www.globalresearch.ca/screening-out-reality-electronic-happenings-in-the-real-world/5390169
Bron: http://www.globalresearch.ca/screening-out-reality-electronic-happenings-in-the-real-world/5390169
Bron: http://www.wijwordenwakker.org/content.asp?m=M5&s=M13&ss=P2518&l=NL
Geen opmerkingen:
Een reactie posten