Het is vreemd dat we zo weinig verwantschap voelen met de natuur, met de
insecten en de springende kikvors, en met de uil, die tussen de heuvels
roept om zijn partner. We lijken geen gevoel te hebben voor alles wat
op aarde leeft. Als we een diepe, duurzame relatie met de natuur konden
vormen, zouden we nooit een dier doden om onze eetlust te bevredigen en
nooit een aap, een hond of een cavia kwaad doen door er vivisectie op te
plegen, opdat wij daar beter van worden. We zouden andere manieren
ontdekken om onze wonden te helen en ons lichaam te genezen. Maar de
geest genezen is iets totaal anders. Dat gebeurt geleidelijk, als je één
bent met de natuur, met die sinaasappel aan de boom, met het
grassprietje, dat zich door het cement heen perst en met de heuvels, die
door de wolken bedekt, verborgen worden.
Dit is niet een kwestie van sentimentaliteit of van romantische verbeeldingskracht, maar de realiteit van een verwantschap met al wat leeft en in beweging is op aarde. De mens heeft miljoenen walvissen gedood en doodt ze nog steeds. Alles wat we aan die slachtpartij ontlenen kan op andere manieren verkregen worden. Maar blijkbaar houdt de mens ervan dingen dood te maken, het snelvoetige hert, de prachtige gazelle en de grote olifant. We houden ervan elkaar te doden. Het doden van andere mensen heeft de hele geschiedenis van het menselijk leven op aarde lang nooit opgehouden. Als we een diepe, langdurige, blijvende relatie zouden kunnen aangaan – en dat moet gebeuren – met de natuur, met de bomen die er zijn, met de struiken, de bloemen, het gras en de snel voorbijgaande wolken, dan zouden we nooit een ander mens afslachten, om welke reden dan ook. Oorlog is een georganiseerde moordpartij en ook al demonstreren we tegen een bepaalde oorlog, tegen de kernoorlog of tegen een andere vorm van oorlog, we hebben nooit gedemonstreerd tegen de oorlog als zodanig. We hebben nooit gezegd dat een ander mens doden de grootste zonde op aarde is.
Jiddu Krishnamurti
Geen opmerkingen:
Een reactie posten