Het kapitalisme staat aan de rand van de afgrond. Niemand durft
dit hardop te zeggen uit angst het laatste zetje te geven. Blind
vertrouwen heeft het kapitalisme lang overeind gehouden, maar nu de
politiek daadkracht mist om effectief op te treden, lijkt de economie te
bezwijken onder een torenhoge schuldenlast. Steeds meer landen,
bedrijven en mensen zijn niet meer in staat hun financiële
verplichtingen na te komen en gaan failliet. Moeten we de crisis
beschouwen als een ramp of als een zegen?
Twintig jaar nadat we het communisme ten grave hebben gedragen, lijkt
het nu de beurt aan het kapitalisme. Gebrek aan vrijheid deed het
communisme de das om. De ontevredenheid onder de mensen groeide net zo
snel als de welvaart aan de andere kant van het ijzeren gordijn. Op het
moment dat de mensen de straat op gingen voor vrijheid en democratie en
de Berlijnse muur bezweek onder de protesten, konden de starre
communistische leiders hun koffers pakken.
Nu lijkt onbegrensde hebzucht het kapitalisme fataal te worden. Toen
de economische groei tegen ons salarisplafond aanliep, werd geld lenen
de nieuwe motor achter onze welvaart. Iedereen was vrij om geld te
lenen. Goederen werden op afbetaling aangeschaft, huizen werden met
zware hypotheeklasten gekocht en betalen met creditcards werd de
gewoonste zaak van de wereld. Het hebben van geen schulden is in onze
kapitalistische maatschappij eerder uitzondering dan regel geworden.
Door hoge rentes te rekenen voor geleend geld deden banken goede
zaken. Maar hun hebzucht kende geen grenzen. Het verdiende geld werd in
risicovolle constructies gestopt met alle gevolgen van dien. Enkele
jaren geleden schudde de bankencrisis ons wakker en werd de
kwetsbaarheid van ons financieel economische systeem zichtbaar.
Sindsdien houden banken en overheden hun hand steviger op de knip en
geven consumenten minder uit. Met als gevolg dat de economie in zwaar
weer terecht is gekomen en mensen hun baan verliezen.
Alleen wijs en krachtdadig optreden kan de neerwaartse spiraal
doorbreken. En dit is precies wat we thans ontberen. In de Verenigde
Staten dreigt de grootste economie ter wereld de dupe te worden van
politiek gekibbel tussen twee partijen, die elkaar al decennialang het
licht in de ogen niet gunnen. In tijden van voorspoed valt de schade
mee, in tijden van tegenspoed is gebrek aan samenwerking rampzalig. Ook
de Europese economie lijdt onder dit euvel. De Europese samenwerking
kwam niet zozeer voort uit politiek ideologische verlangens, maar uit de
wens om de eigen portemonnee te spekken. Voor deze kortzichtige
opvatting krijgen we nu de rekening gepresenteerd.
Voor de beantwoording van de schuldvraag dienen we niet met de vinger
te wijzen maar in de spiegel te kijken. Wie lijdt of leed niet aan
goudkoorts? We hebben het geldvirus in alle facetten van ons leven laten
doordringen. We eten niet wat gezond is, maar wat slimme reclamemensen
ons voorschotelen. We leren niet wat interessant is, maar wat bijdraagt
aan de kenniseconomie. We kijken niet naar boeiende programma’s op
televisie, maar wat de hoogste kijkcijfers haalt en het meeste
reclamegeld oplevert. We krijgen niet de beste gezondheidszorg, maar de
betaalbaarste.
Nu geldvoorraden verdampen en schulden ons boven het hoofd groeien,
moet het roer om. Maar hoever? Kiezen we voor een lichte koerswijziging
of gaan we helemaal overstag? Aanhangers van het kapitalisme roepen om
uiteenlopende hervormingen. Zij vinden dat gedisciplineerde
Noord-Europese landen een eigen munt moeten invoeren en dat de Europese
politieke en monetaire instellingen meer bevoegdheden moeten krijgen.
Liefhebbers met een sterk nationalistisch tintje en een slecht geheugen
roepen zelfs om de terugkeer van de gulden.
Of deze lapmiddelen voldoende zijn om de economie van het geld
overeind te houden, is nog maar de vraag. De wind van verandering waait
zo hard over de aarde, dat overstag gaan misschien onvermijdelijk is.
Door de vele schandalen die aan het licht komen, verliest de gevestigde
orde in rap tempo aan geloofwaardigheid, de orde die voor en achter de
schermen de lakens uitdeelt. Politici zijn minder daadkrachtig dan we
dachten, ondernemers en bankdirecteuren minder fatsoenlijk, geestelijken
minder liefdevol en de media minder waarheidsgetrouw. Steeds meer
mensen doorzien het grote spel en eisen openlijk meer vrijheid en
gelijke kansen, opdat ook zij hun dromen waar kunnen maken.
Vraag is ook of we blij moeten zijn met een voortzetting van het
kapitalisme. Het heeft ons ontegenzeggelijk veel opgeleverd. Alle
basisbehoeften zijn driedubbel bevredigd en grote groepen mensen kregen
de kans om boven zichzelf uit te stijgen. Er was genoeg geld om de
zwakkeren in de samenleving een hand boven het hoofd te houden en zaken
als kunst en cultuur tot volle bloei te laten komen. Maar onze
welvaartsmunt heeft ook een donkere zijde. Slechts een handjevol
mensen bezit het overgrote deel van het geld op aarde. Blijkbaar zijn
dit niet de meest barmhartige mensen, want nog steeds sterven er velen
door ondervoeding en worden natuur en milieu immer nog op grove wijze
geschaad. Kennelijk heeft het kapitalistische systeem onvoldoende
corrigerend vermogen om scheefgroei tegen te gaan en onrecht ongedaan te
maken.
Gezien de onbeheersbaarheid van het financiële systeem en de
nervositeit op de beursen lijkt de val van het kapitalisme een kwestie
van tijd. Of het afscheid een ramp of zegen is, hangt af van ieders
overtuiging. Mensen die waarde hechten aan veel geld, ondernemen zien
als een spannende strijd en verknocht zijn geraakt aan hard werken en
dure spullen, zullen tot het laatste toe vechten voor het behoud. Mensen
die hun schaapjes op het droge dachten te hebben, zullen met angst en
beven het nieuws volgen. Maar mensen die zich niet thuis voelen in een
maatschappij, waarin het leven gedegradeerd lijkt tot een geldspel,
zullen deze spannende tijd op geheel andere wijze ervaren. Misschien
neutraal, wellicht met enige opluchting en blijdschap. Zij weten dat
crisis kans is, kans op een mooiere wereld voor iedereen.
De geschiedenis leert dat het leven geen gegeven is, maar een wiel
dat immer ronddraait. Soms komen veranderingen geleidelijk, soms met
volle kracht. Vasthouden aan oude opvattingen en vaste verworvenheden is
in tijden van verandering vragen om problemen. Een flexibele geest in
combinatie met moed en vertrouwen is de manier om in een storm overeind
te blijven. Zij die hierin het meest bedreven zijn, zullen na het
afscheid van het kapitalisme een aanzet geven tot de bouw van een nieuw
economisch systeem, een systeem dat enerzijds de vrijheid van het
individu waarborgt en anderzijds de opbrengsten evenwichtig verdeelt
onder alle betrokkenen. Dit is voor nu dé uitdaging.
Ismaël Sananda
Ismaël Sananda
Geen opmerkingen:
Een reactie posten