= Welkom =


Welkom op de website Kinderen van het Licht


In dit nieuwe tijdperk van wakkerworden
waarin de wereld talloze veranderingen
ondergaat die de mens zelf heeft geschapen
uit onwetendheid, wil deze website terug
gaan naar de bron.
De kinderen van het Licht zullen wereldwijd
opstaan en leiden vanuit hun innerlijke kracht
Laten we hand in hand de waarheid aan het
licht komen en ons verbonden bewustzijn
samen sterken tot een wereld van eenheid.


12 november 2013

Marcel messing Inzicht 2013: Kleine filosofie van doen en niet-doen



Haast en actie

In deze tijd vol haast en actie, van meer doen dan niet-doen, willen we eens stilstaan bij de diepere betekenis hiervan. Waarom staat het doen, het steeds maar handelen zo centraal in ons leven? ‘Ledigheid is des duivels oorkussen’, zo luidt een oud spreekwoord en veronderstelt dat een luiaard iemand is waarin de duivel zich graag nestelt, als in een bed, rustend op een (oor)kussen.
‘Haast’, zo schreef de filosoof Cornelis Verhoeven eens in zijn boek Inleiding tot de verwondering, is ‘een vorm van woede, gericht tegen het uitstel, onverdraagzaamheid tegen de niet-identiteit.’ ‘Haast’ is volgens deze in de jaren zeventig veel gelezen en met prijzen bekroonde filosoof, ‘een vorm van geweld’. Zijn fijnzinnig beschouwend werk dat stilstaat bij het vermetel handelen van de moderne mens, wordt nauwelijks meer gelezen. We leven inmiddels in een tijd van het ‘Yes we can’ (impliciet de vele leugens). Sinds we dankzij de wereldwijde onthullingen van Edward Snowden, voormalig medewerker van de NSA (National Security Agency), weten dat deze NSA op schandalige wijze iedereen bespioneert en controleert, kunnen we aan dit ‘Yes we can’ nu ook ‘Yes we scan!’ toevoegen. Slechts weinigen staan stil bij de grote consequenties hiervan, in 2006 al beschreven in mijn boek Worden Wij Wakker? (blz. 102-108).


Gelaat en gezicht
 
Altijd zijn we maar bezig, druk doende. Er is immers veel te doen. Of datgene wat we doen ook werkelijk nodig is, van belang is, betekenis heeft, bijdraagt aan het welzijn van de levende wezens, lijkt nauwelijks relevant te zijn. Tijd om elkaar eens echt in de ogen te kijken is er nauwelijks meer. Woorden als menselijk ‘gelaat’ zijn verouderd en worden door de moderne computers met een ribbeltje eronder aangegeven en in het spellings- en grammaticacontrole-programma omschreven als ‘ouderwets taalgebruik’. De computer heeft een voorkeur voor het woordje ‘gezicht’ en werkt nauwkeurig mee aan de taalslijtage volgens Orwells boek 1984, waarin het partijprogramma voorschrijft dat ter wille van ‘nieuwspraak’ allerlei woorden die ons verbinden met een verleden vol gevoelens en gedachten geschrapt dienen te worden. Schrappen dus dat woordje? Zoals honderden andere woorden?
Het woordje gelaat echter bevat een grotere rijkdom dan het woordje ‘gezicht’. Gelaat omvat alle trekken van het ‘aangezicht’, waarin zich karakter, gevoelens en gedachten aftekenen. Gezicht beperkt zich tot een vluchtige waarneming van het gelaat, waarin momenteel zelfs het sleutelwoord zien ook nog in verdwenen is. In relatie tot Krishna, de Boeddha of Jezus spreken we nooit over hun ‘gezicht’, maar wel over hun gelaat en hun gelaatstrekken. Contemplatie over het menselijk gelaat, betekent stilstaan bij niet alleen het zien (de ogen), maar bij de totaliteit van de mens die zich op wonderlijke wijze openbaart in het gelaat, in een bijna onweegbaar ‘gelaten’ zijn, dat in een groter geheel is opgenomen dan het eigen willen, het eigen doen.
In de woorden gezicht en gelaat komt het subtiele onderscheid naar voren tussen doen en niet-doen, tussen ego loze contemplatie en actie vanuit het ego. Het waarnemen van heel de mens gaat bij tallozen ‘zienderogen’ achteruit. We lijden niet alleen aan gezichtsverlies, maar ook aan verlies van innerlijke herkenning van de ander als dé Ander. De Franse filosoof Emmanuel Levinas wijdde in de jaren zeventig zelfs een boek aan ‘Het menselijk gelaat’.


Facebook en getsjilp
 
De moderne mens wendt zich graag tot ‘facebook’ en is vooral geïnteresseerd in ‘volgers’, echter niet om te vertoeven in een verstild samenzijn en samenzien, in herkenning en erkenning, maar om een aantal vrienden en vriendinnetjes te ‘scoren’. Een virtueel gezicht met van kunstlicht vervulde ogen, al dan niet uitgerust met een zoete glimlach (smile), eventueel met ontblote tanden als het gebit nog in goede staat verkeert, boeit menigeen meer dan een werkelijk oogcontact. De computer heeft voor die smile zelfs een symbooltje, dat het gezicht nog verder vertekent. We twitteren (het Engelse woord to tweet betekent ‘tsjilpen, kwetteren, piepen’) en sturen tweets naar elkaar die een ‘aanfluiting’ zijn voor het creatieve taalvermogen en iedere literaire ontplooiing voorgoed kortwieken. Na de turbotaal van zo’n vijftien jaar geleden, die de voortgaande slijtage van de taal vergrootte en de mens steeds meer vervreemde van het vermogen tot echte communicatie, heeft een wijdverbreid gekwetter via het ‘wereldwijdweb’ (www) het luchtruim veroverd. Menig vreemde vogel is daarbij de koers kwijtgeraakt en beseft niet eens meer dat de wel of niet anonieme ‘korte berichtjes’ (meestal vol taalfouten, maar wie kijkt daarna!) meer bijdragen aan verwarring en geestelijke ontreddering dan aan innerlijke herkenning. Luidt de slogan immers niet: ‘You make the difference’! Inderdaad. Maar waarin? Drukke bezige bijtjes zijn velen geworden, besmet door het roundup-vergif van Montsanto die mee rust op ons ‘oorkussen’. Kort door de bocht? Wellicht, maar onze remmen lijken compleet doorgebrand, al heeft alles natuurlijk toch een zekere zin. Bezigzijn, doen, de wereld verbeteren, communiceren, wereldwijd contact maken… Ach ja, maar met wie? Waarom? Waarover? Zou niet beter veel nagelaten kunnen worden in plaats van gedaan te worden?



Het verschil tussen doen en niet-doen, tussen doen en achterwege laten, omvat een tussenruimte, een stilte, waarin overweging plaats kan vinden die ademruimte geeft. Het is als een pauze die op natuurlijke wijze elkaar verbindt als een ‘trait d’union’.
Captains of industry, politici, ja zelfs pausen, moella’s, pastors, dominees en rabbi’s, zij twitteren alom. Over onbenullige en ernstige zaken, over verheven en platvloerse dingen. In verminkte taal, in soms onbegrijpelijke woorden. Talloze volgers tsjilpen terug. Een grote zwerm spreeuwen, een immense groep grijze mussen. Gekwetter alom. En het Woord is gekwetter geworden, woont al lang niet meer onder ons, is vleugellam geworden, kan niets meer doen omdat wij zo nodig alles zelf willen doen. ‘You make the difference!’ Inderdaad. Maar wee hem of haar die kritiek heeft op zinloos gekwetter. Hij of zij wordt waarschijnlijk bedolven onder honderden tweets en mailtjes.

Dubbelspraak, ipods en smartphones
Tijd voor bezinning is er nauwelijks meer. In themaweken, bezinningsdagen en New age-cursussen wordt op dit gebied van alles aangeboden, van oerkreettherapie tot erotische massage, van kleurentherapie tot stilteweek, van spirituele reis tot lachtherapie. De kachel moet ook daar roken. 


De populariteit van een politicus wordt maar al te vaak gemeten op grond van zijn gekwetter. We wonen al lang niet meer in een stenen of houten huis, want we hebben een email-adres, een elektronisch adres, dat overigens door één zonnestorm kan worden weggevaagd en ieder moment van de dag door Big Brother wordt gecontroleerd, van ‘voordeur’ tot ‘achterdeur’. Gelukkig is er de Grote Googelaar, die zijn lijfspreuk ‘We don’t do evil  al lang geleden tot leugen maakte en al hetgeen we doen en niet-doen doorgeeft aan Big Brother. Dubbelspraak à la Orwell’s 1984. En natuurlijk is er de ipod en de smartphone, de slimme (smart) telefoon. Alles in één vernuftig elektronisch apparaatje vol straling. Televisie kijken, internet raadplegen, sms’jes en mails versturen, fotograferen, facebook inzien, automatisch betalen, de auto afsluiten op afstand, googelen, routeplannen… We kunnen het allemaal doen. Want we zijn slimme mensen geworden, die slimme meters hebben, slimme quizzen, slimme geleerden, slimme politici. Dat intussen hersentumoren, teelbalkanker, geheugenslijtage, concentratieverlies en allerlei andere gezondheidsklachten schrikbarend toenemen (wetenschappelijk bewezen feiten), mag goed nieuws zijn voor farmaceuten, maar is wel een ondermijning van de menselijke gezondheid op wereldschaal en een aanslag op de werkelijke communicatie. De drukdoende mens lijkt dit alles niet echt te raken. We nemen het ‘op de koop toe’. Stel je voor dat onze geest eens even rust zou krijgen, dat onze zintuigen zich even zouden kunnen ontspannen, niet dolgedraaid worden door hyperactiviteit en talloze non-sense, die de zingeving van ons bestaan ondermijnen? Nam de schepper een dagje vrij na al zijn scheppingsactiviteiten, wij troosten ons met één autoloze zondag per jaar.
Op de fiets, onder het joggen, in de bioscoop, tijdens een vergadering, een bezoekje, het werk, onder het winkelen, de slimme ipod en de slimme telefoon zijn er altijd. Handig toch die ‘handy’s’? Vooral na een door onachtzaamheid veroorzaakt ongeluk.


Niet-doen en ingrijpen
 
Miljarden worden per jaar besteed aan zinloze berichten, aan overtollig doen dat beter kan worden nagelaten. Waarom zoveel drukte? Waarom altijd maar iets doen? En nogmaals: waarmee zijn we toch zo druk doende? ‘Al doende leert men’, zo zegt een ander spreekwoord. Maar wat? Het herhalen van onze oeroude fouten en vergissingen? Wat leren we werkelijk? Waarom leren we niet, al is het maar een beetje, van het niet-doen? Niet niets-doen, wat in feite een onmogelijkheid is, maar niet-doen, een levenshouding die het resultaat is van inzicht, van het inzien dat onze activiteiten, ons ik-gerichte-doen vaak meer schade aanricht dan heil brengt aan de levende wezens. Bovendien blijven we verbonden met de vruchten van onze handelingen. Wat we zaaien zullen we eens oogsten. Interventie, ingrijpen, onmiddellijk optreden, het zijn veel gehoorde woorden in de wereldpolitiek, die maar al te vaak machtswellust, egoïsme en neokolonialisme verhullen en in plaats van werkelijke democratie, demoncratie voortbrengen. Olie, gas en allerlei andere grondstoffen bepalen wat ‘jaknikkers’ in de politiek als marionetten van olie en goudbaronnen mogen zeggen en doen. Hun daden brengen veel lijden, woede en vernietiging. Misschien moeten we wel ‘te doen’ hebben met de drukdoende mens, die net als een tol maar ronddraait zonder te beseffen dat de zweepslagen van begeerte door hem zelf veroorzaakt worden of toegelaten worden door zijn onwetendheid, volgens de Boeddha dé oorzaak van alle ziektes en lijden.

 Wu wei, niet-handelen


Cultuur van de stilte

Velen voelen zich pas in ‘goede doen’, als ze hun zaakjes in orde hebben, als hun ‘handel’ en wandel’ in orde is. We leven steeds meer in een cultuur van het lawaai, in tegenstelling tot een cultuur van de stilte. Kennen we hem nog? Karlfried Von Dürckheim, die zo zachtmoedig over de cultuur van de stilte schreef? We gaan maar door, opgejaagd door duizend en één nachtmerries van onwetendheid, in ons achterhoofd misschien toch nog de spreuk ‘haastige spoed is zelden goed’. Er moet altijd iets gedaan worden. ‘Doet u maar’ zeggen ze in Vlaanderen, maar daarmee wordt op wellevende wijze bedoeld dat u als eerste het woord krijgt, vermoedelijk omdat u wat te snel in uw primaire reactie was. Sommige Nederlandse politici, die beledigende of schimpende woorden naar elkaars hoofd slingeren via mevrouw of mijnheer de voorzitter, die als ‘kop van jut’ fungeert, kunnen van dit ‘doet u maar’ wellicht iets leren. Helaas is de internationale manier van politiek bedrijven al lang geen sieraad meer om bij de afdeling onvervreemdbare kostbaarheden bij te zetten.

Een rijke boer ging failliet. Als een ingenieur had hij zijn gemengd bedrijf geleid. Veel machines, computers, automatische melk- en voederinstallaties en zelfs de stallen werden automatisch gereinigd. Maar failliet ging hij en hij besloot op zoek te gaan naar de oorzaak ervan. Na een tijdje kwam hij bij een Tibetaanse leraar. Van alles probeerde hij om met deze leraar in gesprek te raken. De stille faam van deze man was bekend. Hij zweeg echter. Keer op keer, bij iedere vraag. Soms een spaarzaam woordje en een glimlach. Tot op een dag de man de techno-boer een spade gaf en hem vroeg om een gat in de aarde te graven. Vervolgens gaf hij hem een fruitboompje en vroeg hem dit te planten. De boer deed alles wat de leraar hem vroeg, blij dat hij eindelijk iets kon doen.
‘Kijk’, zei de leraar. ‘Het is nu voorjaar. In het voorjaar moet je een gat in de aarde graven, het liefst na een regenbuitje. Dan pas plant je een boompje. Spreek er een goede gedachte bij uit en de natuur doet de rest…’ Het is allemaal een kwestie van op de juiste tijd even iets doen en daarna veel nalaten.


Hyperactiviteit en angst voor de dood
 
Zou onze hyperactiviteit, onze dadendrang, die meestal niets te maken heeft met werken voor het heil van de levende wezens, iets te maken kunnen hebben met een verborgen angst voor de dood? Denken we nog dagelijks even over de dood na? Kennen we nog de ‘ars moriendi’, de kunst van het leren sterven vóór het sterven, zoals de mystici in de middeleeuwen bekend was? Kan het zijn dat een cultuur die handelt vanuit een middelpuntvliedende snelheid in wezen bang is voor de dood? Beseffen we wel dat iedereen eens de laatste adem uitblaast en deze adem dan teruggegeven wordt aan de Grote Adem? Hyperactiviteit veroorzaakt niet voor niets maar al te vaak hyperventilatie. Leven we nog in overeenstemming met de éne Ademhaling, het Woord, dat doorstraald wordt door de Grote Stilte? Sterfelijk zijn we, zolang we aan naam en vorm gebonden zijn. Dat leerde de Boeddha al 2600 jaar geleden. Zelfs de langlevende goden, zo leerde hij, zullen eens sterven. Ook Jahwe moest als een Zeus op de Olympus toegeven als ‘voorzitter’ van de raad der goden, dat ook alle goden sterfelijk zijn, net als de mens en de vorsten der aarde (psalm 82).


Kosmische perfectie
 
Een professor filosofie had de schipbreuk ingezien van zijn levenswijze. Titels telden niet meer voor hem en ambitie was gestorven in zijn depressie. Ook hij kwam bij een leraar uit. In een zen-klooster. Al gauw kreeg hij een bezem in zijn handen gestopt en moest de binnenplaats schoonvegen. Drie keer per dag. Een ruime binnenplaats. Middenin stond een e tempelboom. Een week lang veegde hij drie keer per dag het plein schoon. Het was herfst, zodat er iedere keer weer nieuwe bladeren op de grond lagen. En steeds als er geen blaadje meer lag, liep hij snel naar de zenmeester met het verzoek te komen zien hoe schoon de binnenplaats was. Steeds was er een krakend gebrom als reactie. Tot de dag aanbrak dat de professor het moe was en het nog één keer wilde proberen. Hij liet de zenmeester weten dat alles perfect in orde was. De meester liep rustig naar de tempelboom, schudde er stevig aan, zodat de laatste herfstblaadjes op de grond vielen en zei toen: ‘Kijk, zo is het perfect!’. Wat een les voor onze overtollige dadendrang, onze drang naar steeds weer willen doen, ons streven naar perfectie, dat alleen maar ons onvermogen laat zien wat kosmische perfectie is.


‘Dat is volmaakt. Dit is volmaakt.
Volmaakt komt van volmaakt.
Trek volmaakt af van volmaakt,
wat overblijft is volmaakt.
Moge vrede en vrede en vrede overal zijn.
Isha-Upanishad, invocatie



Alles wat we gedaan hebben. Waar is het gebleven? Onze trotse en protserige gebouwen? Onze torenkrabbers, onze machtige culturen? Onze ‘hoge’ beschavingen, onder welk vernislaagje van het ‘beschaven’ maar al te vaak het barbarisme slaapt? Waar is het machtige Egyptische rijk gebleven? Het Perzische, Babylonische, Assyrische, Romeinse, Griekse rijk? De Arabische ‘lente’, gemanipuleerd door machtswellust achter de schermen van het wereldtoneel, is tragisch omgeslagen in een Arabische winter. Het Amerikaanse wereldrijk met zijn voortdurende interventiedrang en verlangen naar wereldmacht, zal het volgende rijk zijn dat spoedig ten onder zal gaan. Dat is een kosmische wet. Een wet die alles te maken heeft met een essentiële onevenwichtigheid tussen doen en niet doen. Wijze lessen kunnen we leren van de ‘ouden’ die in vergetelheid zijn geraakt. Het kan ons wel eens heel duur komen te staan, als we vergeten wat we nooit zouden moeten vergeten, afgeleid door gekwetter, getjilp, onachtzaamheid, onwetendheid en dwaasheid.
Ter overweging:

‘…Daarom verblijft de wijze
bij alles wat hij doet in het niet-doen
en onderricht de leer zonder woorden.
De tienduizend dingen komen op,
maar hij maakt er geen aanspraak op;
hij laat ze gedijen
en beschouwt ze niet als zijn bezit.
Hij doet en verlangt niets voor zichzelf,
niets van hetgeen hij volbrengt
eigent hij zich toe,
en omdat hij er niet aan hecht
verliest hij ook niets.’
Lao Tzu, Tao-te ching, spreuk 2


‘Je hebt alleen recht op het handelen,
nooit op de vruchten ervan.
Laat de vruchten van je handelingen niet je drijfveer zijn,
maar wees ook niet gehecht aan niet-handelen.’
Bhagavad Gita (II,47)
‘Zoals de onwetende handelt uit gehechtheid aan handelen,
o Bharata (held), zo dient de wijze te handelen zonder gehechtheid,
het welzijn van de wereld verlangend.’
Bhagavad Gita, III, 25
 ‘Onder onthechting versta ik dat je je geen zorgen moet maken
of het gewenste resultaat al dan niet voortvloeit uit je handelingen,
zolang je motieven maar zuiver zijn en de manier waarop je handelt de juiste is.
Heus, het betekent dat alles uiteindelijk goed terecht zal komen
wanneer je je om de middelen bekommert
en de rest aan Hem overlaat.’
Mahatma Gandhi


‘Zolang iemand zichzelf ziet als handelend persoon,
wordt hij geconfronteerd
met de gevolgen van zijn handelingen.
Zodra iemand echter door middel van onderzoek beseft
wat het is dat handelt,
valt het gevoel de handelende persoon te zijn weg
en komt er een eind aan het drievoudig karma.
Dit is de uiteindelijke bevrijding.’
Ramana Maharshi


©Marcel Messing
Inzicht, november 2013


Antropoloog-filosoof Marcel Messing benadert de werkelijkheid vanuit een holistische visie. Van geboorte Nederlander, woonde hij 11 jaar in de Franse Pyreneeën en sinds 12 jaar in België. Hij publiceerde 25 boeken, waarvan verschillende in vertaling, schreef vele artikelen en diverse dichtbundels, sprak en spreekt regelmatig voor de radio, verzorgde en verzorgt vele lezingen en themadagen, heeft geen internet, televisie, smartphone (of gsm) en voelt zich toch geen 'digibeet'.

Bron: http://www.marcelmessing.nl/content.asp?m=M8&s=M17&ss=P293&l=NL

1 opmerking:

  1. Een mooi leesstuk om de ochtend mee te beginnen.
    Dank voor het delen en een zeer fijne dag gewenst.

    BeantwoordenVerwijderen