Geen rots geen ster geen waaien en geen wiegen
doch overal het loerend water onder zee
geen vis geen vin geen stilgezonken schip
alleen het groen, het onbeweeglijk net
waarin mijn adem stokt, mijn hand niet meer durft dwalen.
En alles valt nu stil: mijn bloed, mijn blik
mijn blakende gedachte.
Hier keert men in zichzelf terug
hier slinkt men tot zijn pit
in een nooit eindigend
ogenblik.
doch overal het loerend water onder zee
geen vis geen vin geen stilgezonken schip
alleen het groen, het onbeweeglijk net
waarin mijn adem stokt, mijn hand niet meer durft dwalen.
En alles valt nu stil: mijn bloed, mijn blik
mijn blakende gedachte.
Hier keert men in zichzelf terug
hier slinkt men tot zijn pit
in een nooit eindigend
ogenblik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten