Eens breekt de dag van sterven aan,
klopt het grote afscheid
aan de poort van de tijd,
plotseling of in stille verwachting.
Zullen we onze vingers tot vuisten maken?
Zal de ademhaling rusteloos zijn,
de spieren vol kramp van het grijpen,
de ogen angstig en wild?
Of zullen handen zich teder openen,
zal adem zacht in grote adem overgaan,
het lichaam zich ontspannen in overgave,
de ogen, zullen vol rust zijn, stil en sereen?
Een reiziger zijn wij
door de kringloop van het bestaan,
zoekend en tastend naar nieuwe vormen van leven,
onwetend van wat we zijn,
onwetend dat hemel en aarde rusten in de eigen geest.
Zoals de wolken drijven door de lucht,
zo drijven we steeds maar voort
van geboorte naar dood,
van dood naar geboorte.
Overdag de slaap van onwetendheid,
's nachts de slaap van vergetelheid
en in het sterven geen ontwaken,
noch helderheid bij nieuwe geboorte,
totdat we sterven vóór de dood.
Weet, o mensenkind:
jij bent het licht van alle lichten,
de grondeloosheid van alle grond,
jij bent het niets en het al,
wezenloos en toch het wezen van alle zijn,
leeg en tegelijkertijd vol van al wat is.
Marcel Messing
Bron: http://wolkentaal.blogspot.com/2010/12/eens-breekt-de-dag-van-sterven-aan.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten